Deze aantekeningen van de literator, dichter en journalist Max Nord (1916-2008) vormen een uitzonderlijk document over leven en schrijven tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Over de hartverscheurende deportatie door de Duitse bezetter van zijn joodse vriend Sally en zijn familie naar het doorgangskamp Westerbork en verder naar de Duitse vernietigingskampen. Over de zware morele keuzes waarvoor de bezettingspolitiek hemzelf en zijn literaire vrienden plaatste (onder wie Ed. Hoornik, Gerard den Brabander, SimonCarmiggelt, Albert Helman, Jacques Gans, Jan Greshoff en Jacques Bloem). Wel of niet lid worden van de Kultuurkamer? Wel of niet schrijven in de gelijkgeschakelde pers? Zijn leven lang zou Max Nord varen op het morele en literaire kompas van Menno ter Braak, met wie hij Hermann Rauschnings Gespräche mit Hitler had vertaald en die in mei 1940 zelfmoord pleegde.
Vanaf 1943 was Nord nauw betrokken bij het illegale verzetsblad Het Parool, waarvan zijn vrienden Jan Meijer en Wim van Norden redactieleden waren. Na de bevrijding werd hij chef van de kunstredactie van het dagblad Het Parool en publiceerde vertalingen, dichtbundels, essays, verhalen en biografieën. Max Nord behoort tot de grote Nederlandse cultuurdragers van Nederland in tweede helft van de 20ste eeuw.